Vaccinatie

Een kat gaat graag buiten op avontuur. Aan eigenaren van katten hoef je niet te vragen wat er gebeurt als er een deur open blijft staan; ze zijn net zo goed in ontsnappen als Houdini.

Uiteraard wilt u dat uw kat zijn of haar hele leven lang kerngezond blijft. Om de kansen hierop te vergroten, vooral met haar avontuurtjes buiten, kunt u met een serie vaccinaties een hoop ellende voorkomen.

​

Sommige katten blijven altijd binnen, zogenoemde binnenkatten. Ook deze katten lopen, ondanks dat ze geen contact met andere dieren, toch risico op ziektes zoals kattenziekte en niesziekte. Vaccinatie tegen deze ziekten is daarom voor binnenkatten net zo zinvol als voor liefhebbers van de buitenlucht.

​

Tegen welke ziekten kan je een kat inenten?

 

We delen de vaccinaties op in 2 categorieën: de basisvaccinaties en de aanvullende vaccinaties. Basisvaccinaties zijn vereist voor een goede bescherming, de aanvullende vaccinaties zijn bijvoorbeeld nodig om te reizen buiten Nederland. Onder de basisvaccinaties vallen vaccinaties voor de meest voorkomende ziektes:

​

Kattenziekte (ofwel FPV, Feline Parvo Virus)
De kattenziekte is een hardnekkig maagdarm virus. Symtomen zijn braken, diaree, uitdrogen ​en in zeer ernstige gevallen ook hersenschade en spontane dood (bij jong-volwassen katten met niesziekte-achtige klachten). Het is met een relatief makkelijke test aan te tonen.

 

FPV verspreid zich onder andere via ontlasting van besmette dieren, direct contact met een ziek dier, een net hersteld dier of een besmette (en niet ontsmette) ruimte. Ook mensen kunnen het virus overdragen op katten, via handen en kleding bijvoorbeeld.

​

Niesziekte (rhinotracheitis, herpes- en calici-virusinfectie)

Niesziekte is een hardnekkige infectie die gekenmerkt word door verkoudheidsachtige symptomen: ontstoken ogen, koorts, loopneus, niezen.

Hoewel het in verschillende gradaties voorkomt kan het weldegelijk een gevaarlijke ziekte zijn omdat een katten ook vaak diaree krijgen en stoppen met eten; ze worden hierdoor alleen maar zieker en kunnen hierdoor zelfs overlijden. 

​

Niesziekte is zeer besmettelijk: het verspreid zich uiterst snel in groepen katten door niezen en onderling contact. het komt dan ook vaak voor in asiels en catteries: plekken waar veel katten bij elkaar leven in een kleine ruimte. 

​

De aanvullende vaccinaties zijn tegen:

​

Rabiës

Deze ziekte is vergelijkbaar met de variant voor honden. Rabies wordt veroorzaakt door een virus. Uw kat kan besmet raken via een beet, krab of lik van een geïnfecteerd dier. Infectie is in veel gevallen dodelijk. Rabiës komt bijna overal in de wereld voor, maar de kans om de ziekte in Nederland te krijgen is klein. Daarom is deze vaccinatie verplicht wanneer u met uw kat naar het buitenland gaat. Let op! Naar het buitenland gaan betekend al over de grens gaan van het geboorteland van de kat! (Bijvoorbeeld: de kat meenemen naar België waar deze is geboren naar Nederland).

 

Zorg dat u deze vaccinatie op tijd laat toedienen, er geld namelijk een incubatietijd van 3 weken. In deze tijd mag u nog niet met uw kat naar het buitenland reizen.  Afhankelijk van het land van bestemming kunnen ook nog aanvullende regels van toepassing te zijn. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met onze kliniek. 

​

Wanneer vaccineren

Een kitten is tijdens de geboorte tijdelijk beschermd, het krijgt via de moedermelk afweerstoffen tegen ziekten binnen. Deze weerstand verdwijnt op den duur (ongeveer tussen de 6 en 16 weken leeftijd). vanaf deze leeftijd kan het kitten zelf weerstand opbouwen. 
 

Het vaccinatieschema van een kitten is als volgt:

​

- 6 weken enting:

Wordt aangeraden bij kittens waarbij de moeder in het jaar voor de dracht niet gevaccineerd is, bijvoorbeeld bij zwerfdieren.
 

- 8-9 weken enting:

Standaard worden kittens voor het eerst gevaccineerd op 8 - 9 weken leeftijd tegen Kattenziekte en Niesziekte (calicivirus en herpesvirus).

- 12 weken enting:
herhaling van de Kattenziekte en Niesziekte 

- 16 weken enting:
dit is een extra aangeraden enting voor als

• het kitten op een plek leeft waar de kans op infectie hoog is (zoals in een asiels of in een catterie)

• Als de moederpoes recent een natuurlijke infectie heeft doorgemaakt

​

Vanaf één jarige leeftijd hoeft een kat niet maandelijks gevaccineerd te worden: om de opgebouwde weerstand te behouden moet de inenting herhaald worden. Bij niesziekte is dit jaarlijks. Voor kattenziekte volstaat een keer per 3 jaar.

​

Zorg dat uw dier gezond is voordat u overgaat tot vaccinatie. Een ziek dier enten kan ervoor zorgen dat deze nog zieker wordt. Bij Dierenkliniek Etten-Leur doen wij altijd een gezondheidscontrole voordat wij overgaan tot vaccinatie. Klik hier voor informatie